Oorsprong en geschiedenis

De Tibetaanse spaniël komt uit de Himalaya en werd eeuwenlang gehouden door boeddhistische monniken in Tibetaanse kloosters. Deze kleine honden speelden een belangrijke rol: ze waren waakhonden én spirituele metgezellen. Ze zaten hoog op de kloostermuren om de vallei in de gaten te houden en sloegen alarm bij indringers – waarna de grote mastiffs in actie kwamen. Daarnaast waren ze geliefd als knuffeldieren en warmtebron in koude bergkloosters.

Volgens een oude legende uit Oost-Tibet fokten monniken bewust kleine honden met een leeuwachtig uiterlijk, geïnspireerd op het boeddhistische symbool van de leeuw – dat staat voor moed, bescherming en geluk. Vandaar de bijnaam: “Kleine Leeuw”.

Tibetaanse spaniëls werden niet verkocht, maar cadeau gedaan tussen kloosters of aan hooggeplaatste gasten als teken van respect. In het begin van de 20e eeuw werd het ras bekend buiten Azië, eerst in Groot-Brittannië en later in Europa en de VS.

Uiterlijk en kenmerken

De Tibetaanse spaniël is klein, meestal 23–28 cm hoog en weegt tussen de 4 en 7 kg. Het ras heeft een kort snuitje, grote donkere ogen, een alerte uitdrukking en een recht lichaam. De oren zijn halflang en hangen sierlijk langs het gezicht. De staart wordt hoog gedragen en krult elegant over de rug met een sierlijke pluim.

De zijdezachte, halflange vacht vormt vaak een ‘manenkrans’ rond de hals – vooral bij reuen – wat het leeuwachtige uiterlijk versterkt.

Persoonlijkheid en gedrag

De Tibetaanse spaniël is intelligent en onafhankelijk, maar ook enorm trouw aan zijn baasje. Tegenover vreemden kan hij gereserveerd zijn, maar binnen het gezin is hij aanhankelijk en liefdevol. Ze houden ervan om op hogere plekken te zitten – vensterbanken, leuningen, banken – om hun omgeving goed te kunnen observeren, net als vroeger in de kloosters.

Ze zijn leergierig maar kunnen ook koppig zijn. Training werkt het best met positieve beloningen en variatie. Ze hebben niet veel beweging nodig, maar genieten wel van wandelingen en spelletjes. Mentale stimulatie is belangrijk.

Vachtverzorging en behoeften

De vacht is zacht, zijdeachtig en relatief makkelijk te onderhouden. Een wekelijkse borstelbeurt is meestal genoeg – wat vaker tijdens de ruiperiode. Let op oren en ogen, en knip regelmatig de nagels. Baden is alleen nodig als ze echt vies zijn, omdat de vacht van nature schoon blijft.

Ze hebben nauwelijks lichaamsgeur, wat hen populair maakt als huishond.

Gezondheid en veelvoorkomende problemen

De Tibetaanse spaniël is doorgaans gezond en kan 12–15 jaar worden. Toch komen enkele erfelijke aandoeningen voor:

• Patella luxatie (losse knieschijven)
• Progressieve retina atrofie (PRA – oogaandoening)
• Af en toe allergieën of huidproblemen

Met verantwoord fokken en regelmatige gezondheidscontroles zijn deze risico’s goed te beheersen.

Voor wie is de Tibetaanse spaniël geschikt?

Deze hond is ideaal voor mensen die:

• Een trouwe en aanhankelijke hond willen
• In een appartement of kleinere woning wonen
• Een hond met persoonlijkheid en slimheid zoeken
• Een ras willen met lage bewegingsbehoefte
• Een hond zoeken met weinig vachtverzorging en geur

De Tibbe is een geweldige metgezel voor ouderen, gezinnen en beginnende hondenbezitters – zolang hij maar genoeg aandacht krijgt en deel uitmaakt van het gezin.

Wat weet je nog? – Doe de quiz!

• Wat was de oorspronkelijke rol van de Tibetaanse spaniël?
  Waakhond én gezelschap voor monniken in Tibet.
• Waarom wordt hij ‘kleine leeuw’ genoemd?
  Door zijn manenachtige vacht en beschermende aard.
• Hoe moet je de vacht verzorgen?
  Wekelijks borstelen, vaker tijdens de ruiperiode.
• Welke aandoeningen komen voor?
  Patella luxatie en PRA (oogaandoening).
• Wat typeert zijn persoonlijkheid?
  Onafhankelijk, waakzaam, loyaal en liefdevol.